De zomer van ’97

Daar stond ik dan in mijn korte broek en t-shirt, midden in de oogverblindend witte sneeuw van Kaprun. Beneden in het dorpje was het bloedheet, hierboven ijskoud. Tenminste,als je het vergelijkt met de temperatuur van beneden. Ik vluchtte daar weg, de kou in om niet weer, net als de dag ervoor te stikken bij het zwembad van Saalfelden. ‘Neem een zonnebril mee,’ werd mij aangeraden door de hotelbaas. Maar ja,ik loop daar liever met een petje op mijn hoofd.

Had ik beter geluisterd,dan had ik meer kunnen zien van het landschap dat rustte onder de deken van witte kou. Maar werd ik minder verblind door de sneeuw, dan was ik nooit tegen Claudia Steinman opgelopen. Ze was een mysterieus type, donkerblond haar, bruine ogen, paardestaart in het haar. Lang was ze niet, slechts een-meter-zestig of zo. Ze kwam uit Oostenrijk, en woonde toevalligerwijs in het plaatsje waar ik was neergestreken om even wat uit de sleur van het dagelijks leven te vluchten. Net als mij was zij ook hier gekomen voor de verkoeling, en stond daar op haar ski’s in trainingspak en met een ijsmuts op haar hoofd. Tja,als je hier woont dan weet je wel hoe je je moet kleden, denk ik dan maar.

Even lag ik, uit evenwicht geraakt door de botsing, onbeweeglijk in de kou en stond zij daar vanuit de hoogte op mij neer te kijken. Toen ik was opgestaan bekeek ik haar van top tot teen. Ik wist dat ik haar ergens van kende, maar kon haar niet in een van mijn herinneringen plaatsen. Ze begon te lachen toen ze me daar in mijn zomerkleding zag staan. Ze vroeg spottend – in het Duits – waar mijn fotocamera was, waarop ik even moest denken of ik die had meegenomen. Ik antwoordde haar dat ik het ook niet wist, dat hij waarschijnlijk in mijn hotelkamer in Hintertal lag. Ze begon nog harder te lachen en schudde haar hoofd. Haar paardenstaartje vloog op een grappige manier heen en weer. Uiteindelijk kwam ze een beetje tot rust en legde mij uit dat ze het cynisch bedoeld had. Dat ik met een fototoestel een echte toerist was geweest,maar nu,nu was ik gewoon een buitenlander die zich hier onvoorbereid in de sneeuw begaf.

We liepen samen naar het restaurant dat zich daarboven bevond. Zij kwam op haar ski’s een stuk sneller vooruit dan mij. Ik liep voorzichtig op mijn sportschoenen, waar het profiel al vanonder de zool verdwenen was, voorzichtig achter haar aan. Ik hield een arm boven mijn ogen, om ze af te schermen van het zonlicht dat weerkaatst werd door de sneeuw. Uiteindelijk bereikten we na een half uur en tien keer vallen het restaurant. Ik was blij dat ik binnen was. Eindelijk was ik verlost van die verblindende sneeuw. Binnen was het rustiger dan buiten. Slechts een paar gasten hadden zich gevestigd aan een tafeltje of aan de bar. Er brandden wat lampen, maar het nut ervan zag ik niet echt in. Uit enkele speakers aan de wand klonken Oostenrijkse liedjes, iets over Wiener schnitzels met patat en iets over de Alpen. Ik schonk er verder geen aandacht aan, mijn gedachten waren gericht op Claudia. Ik moest en zou weten waar ik haar eerder gezien had. Ze had ondertussen een kop warme chocolademelk gehaald voor mij en ook een voor zichzelf. We gingen zitten en ik vroeg haar of ik haar misschien al eens ontmoet had. Ze verzekerde me dat dat niet zo was. Ze had me in de eeuwige sneeuw voor de eerste maal gezien. Vervolgens vroeg ze mij wat ik in mijn eentje in Oostenrijk te zoeken had. Ik legde haar uit dat ik even wilde ontsnappen aan de sleur waarin ik terecht was gekomen en even tot mezelf wilde komen en dat de Oostenrijkse bergen mij die rust konden schenken. Ik vroeg haar mij even te excuseren,ik had een enorme drang gekregen om een bezoek te brengen aan het herenhuis,alwaar ik mijn blaas leegde.

Toen ik terugkwam was de stoel waarop ze had gezeten leeg. Ik ging weer zitten en wachtte tot ze terug zou komen, maar na en half uur, misschien was het iets langer, was ze er nog steeds niet. Ik stond op en liep naar de serveerster. Mijn vraag of zij wist waar mijn ontmoeting was gebleven beantwoordde ze negatief. Ze zei zelfs dat ze haar nooit had gezien. Ik keerde terug naar mijn stoel en probeerde mij voor de geest te halen wat er precies gebeurd was die middag. Ik zag alles voor me,hoe we tegen elkaar opbotsten,hoe ze mij wat te drinken aanbood en hoe ze glimlachend nastaarde toen ik het toilet ging bezoeken. Ik keek eens rond haar stoel om te zien of ik misschien een bewijs van haar aanwezigheid zou aantreffen,maar dit was tevergeefs.

Ik besloot om terug te keren naar mijn hotel. Misschien dat ik haar in het dorp nog tegen zou komen. Ze woonde daar, dus het zou moeten kunnen. Ik liep terug naar de gondel die mij een eindje naar beneden zou brengen. Vanaf daar zou ik met een treintje in de berg mijn weg naar beneden vervolgen. Ik was nog net op tijd om in de gondel te stappen, die op het punt stond te vertrekken, en langzaam gleed het apparaat langs de kabels naar beneden. Ik staarde nog een maal naar de sneeuw,waar ik haar ontmoet had en waar steeds kleiner wordende zwarte stipjes zich voortbewogen door het stralende wit,vochtig en koud en waar ik haar net zo snel als ik haar ontmoette weer kwijtraakte. Maar haar gedachte bleef in mijn hoofd hangen. Ik kon het niet uitstaan dat ze plotseling weg was. Zelfs in de bus naar Hintertal,waar mijn hotel stond,bleef ik aan haar denken. Ik voelde dat er iets niet klopte. Uit het niets kwam ze,in het niets verdween ze. Ik was zo erg in gedachten verzonken dat ik niet bemerkte dat de bus was gestopt en dat ik eruit moest.

Ik stapte uit en begon naar mijn hotel te lopen. Maar ik liep niet rechtstreeks naar het hotel. Ik liep – bewust of onbewust – het dorp in, waar ik stopte toen ik langs het kerkje liep, waar ik de dag tevoren ook al met mijn ouders had gelopen. Toen herinnerde ik mij weer waar ik Claudia eerder gezien had. Ik liep en eindje terug en liep het hek binnen. Ik volgde een smal grindpad en hield halt bij een stenen kruis met een foto erop. Ik vertaalde het Duitse inschrift:Hier rust Claudia Steinman,geboren 9 maart 1983,verongelukt 12 november 1996 te Kaprun bij het skiën. Ik keek op mijn horloge,het was bijna half vijf,de datum was 15 juli,van het jaar 1997.

Plaats een reactie