Hoe inspirerend een wc kan zijn

Mijn eerste verhaal van 2015 is af. Het is mijn inzending voor een schrijfwedstrijd met als opdracht het schrijven van een monoloog vanuit iemand die een psychische aandoening heeft. Die aandoening kreeg je toegewezen door de organisatie. Nu ik erover nadenk is dat best efficiënt. Je vult op een formulier op een website je naam en e-mailadres in en even later ligt je diagnose in de mailbox. Zo kreeg ik te horen dat ik claustrofobie heb, oftewel engtevrees. En dat terwijl ik best een spookhuis durf te bezoeken en ik een horrorfilm op zijn tijd best kan waarderen.

Bij schrijven hoort ook research, dus heb ik me de laatste tijd ingelezen in zowel claustrofobie als het schrijven van monologen. In 2009 had ik al eens een kerstverhaal in monoloogvorm  geschreven, maar verder had ik nog niet veel ervaring met dit genre.

Een setting voor het verhaal had ik al snel bedacht. Toen ik mijn onderwerp zag, herinnerde ik me dat ik zelf al eens in een situatie heb gezeten waarin iemand met claustrofobie zich zeker niet prettig zou voelen. Het was het begin van deze eeuw en ik was op een feestje bij iemand thuis. Toen ik naar het toilet was geweest, ging de deur niet meer open. Thuis klemde de wc-deur ook wel eens en dan moest je iets harder duwen om hem open te krijgen. Dus dat probeerde ik in het vreemde huis ook. Het werkte. Het werkte alleen iets te goed. De wc-deur klemde daar namelijk niet, maar het slot was kapot. En omdat ik extra kracht zette, duwde ik het deel van het slot dat in de deurpost zat door een afdeklat van die deurpost. Daar moet ik wel bij zeggen dat die lat nog geen halve centimeter dik was.

Nu heb ik geen last van claustrofobie, maar stel dat bovenstaande was gebeurd met iemand die daar wel last van heeft. Het lag dus voor de hand om mijn hoofdpersoon tot zijn frustratie, maar in het belang van de literatuur, op te sluiten in een toilet. De setting was er, nu hoefde ik me alleen nog maar in hem in te leven en in 750 woorden op te schrijven wat er op dat moment in hem om ging.

Het schrijven van de monoloog had overigens nog wel wat voeten in de aarde. Uiteindelijk vond ik de vierde versie van het verhaal goed genoeg om in te sturen. Over de derde versie was ik op zich ook wel tevreden qua verhaal, maar niet als monoloog. Het was een verhaal dat in de eerste persoon was geschreven, maar maakt dat het ook meteen een monoloog? Mijn gevoel zei van niet en het duurde even voordat ik doorhad wat ik fout deed. Tussen een verhaal met een ik-verteller en een monoloog zit namelijk een verschil, althans, zo ervaar ik dat. Een monoloog is altijd een verhaal dat wordt verteld door een ik-verteller. Het verschil zit hem er mijns inziens echter in dat een monoloog vooral vanuit de persoon wordt verteld en een verhaal ook vanuit gebeurtenissen kan worden verteld.

Het definitieve verhaal zelf plaats ik nog niet hier of op mijn verhalensite. Maar het verhaal inspireerde me wel om ook deze week invulling te geven aan mijn voornemen om vaker een blog te schrijven. En zo zie je maar hoe inspirerend een wc kan zijn. Ik schrijf er een verhaal over en daarna een blog. En wie weet wordt deze tekst daar ook wel gelezen…

Plaats een reactie