Stille getuigen

bos01Twee schoenen. Dat is alles wat er nog rest. Twee roze sneakers, maat 36, met witte strepen over de neuzen en grijze veters die ooit wit waren. De witte zolen worden gecamoufleerd door opgedroogde modder, als een afdruk van de laatste plek waar de schoenen hebben gelopen. Twee schoenen, een mensenleven samengevat in schoeisel, als stille getuigen van het moment waarop de draagster van haar schoenen werd gescheiden en een mist van onzekerheid de wereld van haar ouders binnendrong.

Zwijgend staart Bert naar de schoenen op de tafel. Hij heeft zijn bril afgezet, waardoor ze zijn vervaagd tot twee roze vlekken tegen de donkere achtergrond van de eetzaal in de jeugdherberg. Een aanblik die hem troost biedt en de harde werkelijkheid voor even vervaagt. Hij houdt zijn bril vast tussen zijn duim en wijsvinger. Zijn andere hand bedekt zijn mond, om als een celdeur zijn emoties gevangen te houden. Langzaam beweegt hij zijn hoofd heen en weer, terwijl hij zijn ogen sluit en diep inademt. Ergens ver weg hoort hij de stem van de Belgische rechercheur, maar het geluid wordt gedempt door het vacuüm, ontstaan door het gat dat is geslagen in zijn ziel.

Lees meer

Het doolhof van verloren verhalen

IMG_1236aMet grote stappen loopt Patrick over het vochtige zand langs de branding. Het licht van zijn zaklantaarn zwaait heen en weer over het strand en zodra het de golven raakt, spat het uiteen in duizenden sterren die dansen op het wateroppervlak. Zonder te stoppen kijkt Patrick op zijn horloge. Een half uur geleden werd hij gewekt door het telefoontje en vertrok hij halsoverkop van huis. Het gesprek duurde nog geen halve minuut, maar dat was lang genoeg om zijn ongerustheid aan te wakkeren.

Hij stopt als hij de stem hoort die hem hierheen heeft gelokt. In de lichtbundel ziet hij het gezicht van zijn grootvader, die hem olijk aankijkt.
“Wat is er aan de hand?”
“Ga zitten jongen,” antwoordt zijn opa.
“Ik wil terug naar mijn bed. Waarom heeft u me hierheen laten komen?”
“Ga nou zitten.”
“Kom op, opa, dan breng ik u naar huis.”
Patrick steekt zijn hand uit naar zijn opa, die hem dankbaar vastpakt. Maar in plaats van zichzelf op te trekken, trekt hij zijn kleinzoon naar beneden. Patrick zakt door zijn knieën en weet met zijn handen zijn val te breken. Terwijl hij zijn arm uitstrekt om de zaklantaarn te pakken, grijpt zijn opa zijn schouder en dwingt hem om zich om te draaien en te gaan zitten.

Lees meer

Wensen

Strepen aan de hemel Schieten razendsnel voorbij Hierop zat ik te wachten De wensen zijn voor mij Bij de kracht van de sterren Vraag ik geen kant-en-klaar geluk Maar om de kracht te kunnen vinden Waarmee ik de zwarte leegtes wegdruk

Martin schrijft een boek: Alpina – Een geschiedenis van de toekomst

Het heeft even geduurd, maar recentelijk is de schrijver in mij ontwaakt uit een diepe winterslaap. Op wat korte verhalen en het herschrijven van Engelstalige fanfictie na, heb ik na mijn laatste poging een boek uitgegeven te krijgen, niet veel met deze hobby gedaan. Ik had wel ideeën, maar die waren te vaag om ze goed uit te kunnen werken.

En toen was daar een week of drie geleden een idee over iemand die een moeizame reis moest maken om een missie te volbrengen. Nog steeds erg vaag natuurlijk, maar ik zag wel wat scènes voor me al, die ik in het verhaal zou verwerken. Alleen bleek het erg lastig om het verhaal te plaatsen en er verder invulling aan te geven. Ook dit verhaal leek dan ook een stille dood te gaan sterven.

Maar ineens was daar dat vonkje dat mijn inspiratie in lichterlaaie zette. Dat vonkje kwam uit de Hongerspelentrilogie die ik net in recordtempo had gelezen. De setting vond ik bijzonder interessant en het verhaal dat ik in mijn hoofd had, bleek eigenlijk perfect te passen in een verre toekomst, in een wereld die wij nooit zullen kennen. Even voor de duidelijkheid: het wordt geen kopie van boeken die ik heb gelezen, maar door het lezen van die boeken, kreeg ik het idee voor de setting, die ik verder helemaal zelf invul.

Lees meer

Villa Timor

18 oktober 1976

Vol afschuw keek Bernard hoe de glasscherf op zijn linkerarm drukte. Op het moment dat zijn huid bezweek onder de druk en openspleet, gilde hij het uit van de pijn. Hij wilde zich verzetten, de verminking van zijn eigen lichaam stoppen, maar hij kon geen weerstand bieden. Het was alsof zijn rechterhand een eigen wil had en zich niets aantrok van wat Bernard zelf wilde.

Daar waar het glas door de huid sneed, werd zijn arm rood. Bernard keek om zich heen. Hij was alleen in huis. Niemand kon hem tegen zichzelf beschermen. Hij keek naar het fragment van zijn spiegelbeeld dat hij kon zien in het laatste stuk spiegelglas dat nog aan de muur hing. Hij schrok van zichzelf. Hij had een wilde blik in zijn donkere ogen en plukken vettig haar hingen over zijn voorhoofd. Op het zichtbare deel van zijn wang zag hij de rode strepen.

Lees meer

De legende van de elandjager

Tijdens een vakantie naar Zweden werd er gevraagd om een verhaal voor bij het kampvuur. Ik begon direct met schrijven aan dit verhaal. Het is echter niet voorgedragen, omdat de eerste versie toch wat te eng/bloederig was en niet iedereen een eng verhaal wilde horen. De herschreven versie mist wat van de horrorelementen.

Andreas Kamprad was een bekende verschijning in de bossen rond Johannisholm. Met zijn bontmuts, gemaakt van de vacht van de eerste bruine beer die hij in zijn leven had geschoten, op zijn hoofd en het jachtgeweer dat hij op zijn dertiende verjaardag van zijn grootvader had gekregen in zijn hand, trok hij door de bossen, op zoek naar elanden.

Lees meer