Martin van Dam

Troje

Al tien jaren werd de stad Troje belegerd door de Grieken, nadat Paris, zoon van Priamos, koning van Troje, Helena, de echtgenote van Menelaos van Sparta had ontvoerd en meegenomen naar Troje. In de tussentijd was echter ook de aanstichter van alle ellende, Paris, omgekomen in de vreselijke oorlog, waar geen einde aan scheen te komen. Het was gebeurd even buiten de stad, toen een Griekse soldaat, die de naam Filoktetes droeg zijn mitrailleur gericht had op de Trojaanse held en de trekker overhaalde. Het was de Griekse ziener Kalchas die een wenteling in de geschiedenis van de oorlog scheen te veroorzaken. In een militaire bunker langs de kustlijn vergaderden de generaals en Kalchas was uitgenodigd om advies te geven. Zijn advies luidde als volgt: ‘Staakt de strijd, met vechten bent u niet ver gekomen, en zal u ook niet verder komen. Dat wat u nodig hebt om de Trojanen te verslaan is een list.’

Geen van de Grieken wist iets te verzinnen, totdat er een fax van Odysseus bij het hoofdkwartier binnen kwam. ‘Geachte heren generaals en andere officieren. Helaas kan ik de strijd nu niet volgen, want ik lig onder de zonnebank en moet nog fitnessen. Als ik dat niet zou doen, dan zou mijn lichaam er niet meer goddelijk uit zien en dat zou de vrouwtjes afstoten. Vanavond houd ik en borrelavond in mijn bunker, zorgt dat u daar om acht uur bent, dan zal ik u mijn plan bekend maken, hoogachtend, Odysseus.’ ’s Avonds gebeurde het dan ook dat de drie hoogste generaals bij de bunker van Odysseus arriveerden en aanbelden, waarop een nederige bediende de heren binnen liet en aankondigde. ‘Gegroet, heren. Wilt u mij volgen ?’ Samen met de officieren liep Odysseus naar zijn werkkamer. ‘Wel, het zit zo. Mijn plan is als volgt: De Trojanen houden de stad gesloten en bieden fel weerstand. Zelfs onze nieuwste kruisraketten hebben geen bres geslagen in de poort van gewapend beton. Welnu, ik beveel u het volgende aan. De Trojanen staan bekend om hun grote liefde voor paarden. Wat als wij nu eens een gigantisch paard laten bouwen, daar een legioen instoppen en het paard als geschenk aanbieden ?’

Met stomheid geslagen keken de generaals Odysseus aan. Daarna knikten ze instemmend en gaven Odysseus de leiding over ‘operatie paard van Troje’. Op zijn bevel en volgens zijn aanwijzingen werd er aldus een reusachtig metalen paard gebouwd, met plek voor vijfhonderd soldaten, compleet met vijfsterren restaurant, casino, toiletten, Mc Donalds, bubbelbad en bioscoop. Toen het gevaarte afgebouwd was, werd het gedoopt tot ‘Megahippo I’ en begonnen de Grieken met verdere voorbereidingen om de list van Odysseus verder ten uitvoer te brengen. Zo begon men met het terugtrekken van alle fregatten en vliegdekschepen en werd het paard, niet zichtbaar voor de Trojanen, bemand. Vijfhonderd soldaten namen afscheid van hun gezin en begaven zich aan boord, onder hen waren ook Menelaos, aanvoerder der Grieken en echtgenoot van de gekaapte echtgenote, en Odysseus.. Pantserwagens en tanks werden eveneens aan boord gebracht. De loopgraven werden ontruimd en alles scheen de Trojanen toe dat de Grieken het opgaven. Maar ondertussen werd de gehele vloot gestationeerd ergens net buiten het zicht van de Trojanen, in een inham van het eiland, achter een grote berg.

Alleen Laokoon doorzag het gevaar dat voor de Trojanen op de loer lag. Jaren hadden ze moedig strijd geleverd en nu zouden ze door hun eigen inhaligheid te gronde gaan. Jarenlang had het luchtafweergeschut der Trojanen goed stand gehouden en waren de F-16’s van de Grieken tijdig neergehaald, voordat ze gevaarlijk konden worden, jarenlang hadden antitank granaten hun werk gedaan, waren de loopgraven sterk bezet en saboteerde het verzet Griekse aanvallen. Maar nu, nu werd alles stil. Zagen ze dan niet wat voor gevaar er in de lucht hing ? Het luchtalarm zou niet afgaan, dat zou te laat zijn. Maar Laokoon kon de Trojanen niet waarschuwen, samen met zijn zoontjes werd hij verorbert door een reusachtige slang.

En zo kwam de dag dat de Grieken het paard gingen aanbieden aan de Trojanen. Trojaanse herders ontdekten Sinoon, de enige overgebleven Griek en voerden hem naar Priamos, de koning. Daar droeg Sinoon regels op die Odysseus hem had gegeven. ‘O koning der Trojanen, ik ben blij dat ik u zie. Mijn makkers hebben mij hier achtergelaten om u een geschenk te geven, wij weten alles van uw voorliefde van paarden en verzoeken u dan ook om ons nederige geschenk te aanvaarden. Voor u hebben wij een paard gebouwd, dat als monument op het kerkplein kan staan, een metalen ros, met als inscriptie ‘Made in Griekenland’ zodat u nooit zult vergeten van wie u dit cadeau heeft ontvangen. Moge dit paard het begin zijn van een langdurige vrede tussen onze volkeren en laten wij de strijdbijl, of, als u dat beter vindt klinken, de uzi’s en mitrailleurs, de bommenwerpers en stealth vliegtuigen, de kruisraketten en, indien deze oorlog niet zo tijdig was beëindigd door het terugtrekken van onze troepen, kernbommen begraven. Denk aan Hiroshima, denk aan Tsjernobyl, denk aan het leed dat er voor u en uw volk ontstaan was en wat wij niet wensten te veroorzaken, wij smeken u, neem dit geschenk aan.’ Sinoon ging op zijn knieën zitten en wachtte het antwoord van de koning der Trojanen af. Laatstgenoemde overlegde met zijn ministers. ‘Het is wel goed voor mijn populariteit, natuurlijk. Ik bedoel, volgend jaar zijn er verkiezingen en ik wil best nog wel een aantal jaren hier op deze zetel blijven zitten.’

Na een overleg van een aantal uren, dat overal in de stad live op de televisie te volgen was, kwam de koning naar het bordes van zijn paleis om de beslissing bekend te maken. ‘Trojanen, mijn dappere volk, u kunt trots zijn op alle soldaten die gevochten hebben voor het behoud van uw mooie stad, die volgende maand zijn jubileumfeest viert. Ik ben dan ook zeer verheugd dat wij door moedig stand te houden de Grieken hebben kunnen doen beseffen dat deze oorlog zinloos was, dat ze ons niet zo maar even kunnen verslaan, dat wij te slim zijn om ons te later overmeesteren door de barbaren van over de zee. Daarom ben ik blij u te kunnen mededelen dat wij het paard met trots zullen accepteren en het een mooie plaats zullen geven op het kerkplein, zoals deze Griek hier ons aanraadde. Vanavond om zes uur zullen wij het paard de stad in laten komen, wij verwachten u allen langs de hoofdweg om onze nieuwe aanwinst, die de mascotte zal worden van onze jaarlijkse concours hippique, te aanschouwen en welkom te heten in de heilige stad Troje.’ Na zijn woorden begon het volk te juichen en Sinoon deed mee, een gevoel van opluchting sneed door zijn beenderen. Het was zes uur toen koning Priamos het teken gaf om de poorten te openen. Een hoge officier der Trojanen droeg de sleutel met zich me, om het kastje met daarin de cijfercombinatie te openen. Hij drukte zeven toetsen in en langzaam rolde de poort naar binnen, en kregen de Grieken vrij spel om in de stad te komen. In het paard ging het er rustig aan toe. Enkel een sergeant meldde zich even bij Odysseus om te vragen of ze zich al gereed moesten maken. ‘Mijn beste sergeant, zie je niet dat ik bezig ben met belangrijke zaken ? Ik ben net veel geld aan het winnen met poker en dat wil ik niet verliezen. Zorg maar dat over drie uren iedereen gereed is. Dan zal ik als eerste voet op Trojaanse bodem gaan zetten.’ En zo geschiedde.

Het was rond negen uur in de avond toen Odysseus de soldaten laatste instructies ging geven. Twee uur later,toen de avond de stad had gevangen in een dichte duisternis, schoot Odysseus, nadat hij op de radar had bemerkt dat Troje in rust was een lichtkogel af en betrad met de soldaten de stad Troje. Maar terwijl de hele stad in rust scheen te verkeren, waakte Kassandra, de dochter van Priamos, die waarzegster was. Zij wist dat er iets niet klopte met het paard en toen zij uit haar raam keek ontwaarde zij vaag bewegingen rondom het paard. Ze waarschuwde haar vader, die bezig was met een spelletje Patience op hun computer met PentiumII-500 processor, 10,3 GB harde schijf,128 MB geheugen en Windows’98. Maar haar vader wilde niet luisteren.

Pas toen Priamos het motorgeronk van de pantserwagens en tanks hoorde, evenals het overvliegen van bommenwerpers en het vuren van bazooka’s sloeg hij alarm. Maar zijn inkeer kwam te laat. Reeds lag bijna geheel Troje onder vuur en was niemand voorbereid op de aanvallen der Grieken, die genadeloos toesloegen. De beveiligingscodes van het paleis werden gebroken, bibliotheken en kerken werden verwoest. Mensen verscholen zich in metrostations, wolkenkrabbers branden uit. Menelaos wist het paleis binnen te dringen en geraakte bij de kerkers, alwaar zijn gemalin zich bevond. Hij sloot haar in zijn armen en nam haar mee.

Pas de volgende ochtend werd duidelijk hoe groot de ravage was die de Grieken hadden aangericht. Werkelijk alles was vernield. Treinen stonden uitgebrand naast de rails, de verkeerstoren van het vliegveld lag in puin, net als bijna alle andere bouwwerken. Slechts enkele huizen stonden nog bijna onbeschadigd overeind. Maar boven alles uit stak de uitvinding van Odysseus, die een definitief einde had gemaakt aan de oorlog, door weinig Trojanen overleefd, slechts als slaaf verder levend, behalve Aeneas, die samen met zijn huisgenoten wist te vluchten, het metalen paard, het paard van Troje.

Mobiele versie afsluiten