Martin van Dam

Bebbie

Als ze een paar seconden langer had geslapen, was alles anders gelopen. Toen ze wakker werd, bracht het hem voldoende in vertwijfeling om zijn greep te verslappen.
“Kun je van me af gaan? Ik wil me op mijn zij draaien.”
Hij had het alsnog kunnen doen, maar één blik in haar ogen was voor hem genoeg om bij zijn positieven te komen en van haar af te glijden. Gapend draaide ze zich om. Peter haalde diep adem en keek naar het mes in zijn hand, dat bijna in de zwangere buik van zijn vrouw had gezeten.

Zijn blik dwaalde af naar de spiegel in de hoek van de kamer. Hoewel het schemerig was in de kamer, kon hij duidelijk de persoon aan de andere kant van het spiegelglas zien. Zijn oma schudde teleurgesteld haar hoofd. Een tochtvlaag trok langs zijn hoofd en fluisterde in zijn oor. “Ik heb je gewaarschuwd, jongen. Baby brengt donkere tijden in je huis. Je had het moeten stoppen. Dit was je enige kans.”  Zijn oma draaide zich om en vervaagde, waarna alleen nog de reflectie van de werkelijkheid zichtbaar was in de kamer.

Twee jaar later zit Peter op een warme en nog rustige avond op een tuinstoel op het gazon, met zijn voeten in het opblaaszwembad. De gebeurtenissen van die ene nacht zijn voor hem niet meer dan een nare droom, die nu als een vage herinnering door zijn gedachten schiet. De ochtend die volgde, heeft hij in de slaapkamer gezocht, maar hij kon nergens een mes vinden. En hoe zou hij Iris iets aan hebben kunnen doen?

De rugleuning van zijn stoel staat in de laagste stand, waardoor Peter half liggend naar de lucht kan kijken. Hij ziet meerdere strepen die door vliegtuigen zijn achtergelaten. Misschien is een van die strepen wel van het vliegtuig dat over twintig minuten op Schiphol landt met Iris en haar zus erin. Over een paar uur is ze weer thuis. Al is het nog de vraag wat er dan van thuis over zal zijn.

“Mama huis?”
Peter komt overeind en kijkt opzij. Lisa staat in de deuropening, met haar favoriete pop in haar hand. Een rilling trekt door Peters lichaam bij de aanblik van de pop die Iris voor Lisa heeft gekocht in een kringloopwinkel. Iris vindt de pop ‘schattig’, maar Peter vindt haar vooral griezelig. Het is een vrij grote pop met een donkerrode jurk. Iris noemt de pop af en toe gekscherend maar treffend ‘een halve Lisa’. De ronde ogen hebben een gelige gloed en zijn veel te groot in verhouding tot de rest van het gezicht. De mond is gevormd in een glimlach waarbij slechts de boventanden worden ontbloot. Vanaf het moment dat ze hem voor het eerst zag, is Lisa dol op de pop en Peter heeft zijn angstige voorgevoelens afgedaan als onzin. Maar nu, in het licht van de avondschemering, laat de pop Peter nog meer huiveren dan anders. 

“Mama huis?” vraagt Lisa opnieuw.
“Mama komt straks thuis, lieverd. Probeer nog maar te slapen,” antwoordt Peter terwijl hij naar zijn dochter loopt, “Kom, dan stop ik je weer in.” Hij tilt Lisa op en geeft haar een knuffel. Daarna draagt hij haar naar de bank en legt haar weer onder haar deken. Voor één keer mag ze daar slapen, omdat hij weet dat ze in haar veel te warme slaapkamer amper een oog dicht zal doen voordat Iris thuis is.
“Bebbie ook.”
Peter pakt de pop en legt die ook onder de dunne plaid op de bank. “Zo, Beppie is ook ingestopt. Welterusten lieverd.”
“Ze heet Bebbie!”
“Sorry, lieverd. Bebbie is ook ingestopt. Slaap lekker.”

Peter loopt de tuin weer in. Hij zit nog maar net in zijn stoel als hij achter zich een stem hoort. “Papa stout”. Het is niet de stem van Lisa, maar de mechanische stem die tientallen keren per dag “mama” zegt als zijn dochter in de arm van haar pop knijpt. Peter kijkt in de richting waar het geluid vandaan kwam, maar ziet niets. Hij richt zijn blik weer op de avondhemel, die langzaam donkerder wordt.
“Papa stout,” hoort hij opnieuw. Hij rent het huis in om bij zijn dochter te kijken. Lisa ligt nog steeds op de bank, rustig ademhalend met haar ogen dicht. Haar pop ligt naast haar, op de deken. Peter haalt zijn hand door het haar van zijn dochter. Haar enige reactie is een lichte zucht, maar haar ogen houdt ze gesloten.
Peter haalt diep adem en schudt zijn hoofd. De gedachte dat hij last heeft van de warmte, wint het van het gevoel dat er iets niet in orde is. Hij pakt een glas water in de keuken en loopt de tuin weer in, maar stopt als de stem hem weer toespreekt. “Papa is stout.” Hij draait zich weer om. De pop van zijn dochter staat in de deuropening. “Papa is stout,” klinkt de mechanische stem van de pop weer, “Papa krijgt straf.”
De ogen van de pop rollen omhoog en kijken hem aan. Peter wrijft in zijn ogen, maar als hij ze weer opent, staat de pop er nog steeds.
“Papa speelde met een mes. Ik speel met een mes,” hoort Peter de pop zeggen, voordat hij een steek in zijn onderarm voelt en het geluid hoort van metaal dat op de terrastegels valt. Aan de zijkant van zijn pols zit een oppervlakkige snee waar een paar druppels bloed op verschijnen. Op het terras achter hem ligt een keukenmes.
Peter haast zich weer naar binnen. Bebbie zit op het aanrecht, met een aardappelschilmesje in haar handen. Peter merkt de pop echter niet op. Hij loopt de woonkamer in en tot zijn opluchting ziet hij dat Lisa nog steeds op de bank ligt te slapen. Bebbie ligt echter niet bij haar. Hij gaat op zijn knieën naast de bank zitten en aait door de haren van zijn dochter, die lichtjes beweegt in haar slaap.
“Papa is in de buurt, lieverd. Wat er ook aan de hand is, ik bescherm je.” Hij drukt een kus op het hoofd van zijn dochter en staat op, zich niet bewust van de loze belofte die hij heeft gedaan.

Peter schrikt als hij zich omdraait. Op de salontafel staat Bebbie, met het aardappelschilmesje op hem gericht.  
“Papa krijgt straf.”
Peter weet het mes uit de hand van de pop te slaan en pakt haar bij een arm vast. Bebbie stribbelt tegen en schopt een paar keer tegen zijn been, maar Peter weet met de pop in zijn hand het zwembad te bereiken en gooit haar erin. Hij gaat op zijn knieën op het gras zitten en duwt de pop met twee handen onder water. De plastic armen en benen bewegen driftig op en neer. Na een paar minuten stopt ze met bewegen. Peter haast zich naar het huis. Hij is bijna binnen als de mechanische stem zich weer laat horen. “Papa is stout. Bebbie boos.”
De pop staat op het gazon naast het zwembad. Een arm wijst naar het keukenmes dat op het terras ligt. Peter doet een paar stappen richting het mes, maar voordat hij er is, komt het van de grond los en zweeft naar de arm van de pop.

Peter draait zich om en doet een nieuwe poging om naar binnen te gaan.
“Papa stoppen,” zegt de pop, die op Peter af stapt.
“Ik ga naar Lisa toe. Jij bent niet echt. Je bent gewoon een hallucinatie.”
“Bebbie is echt. Papa is stout. Lisa is lief.”
Op het moment dat Peter over de drempel stapt, voelt hij een pijnscheut in zijn been en valt voorover op de grond. Het aardappelschilmesje steekt uit zijn onderbeen. Vanuit zijn positie kan hij zijn dochter niet zien. Anders had hij gemerkt dat ze rechtop op de bank zit, met een donkere waas in haar ogen.

Peter trekt voorzichtig het mes uit zijn been en staat, steunend tegen de deurpost, op. Bebbie kijkt hem vanuit de tuin uitdagend aan.
“Papa is nog niet klaar.”
“Nee, dat klopt,” verbijt Peter de pijn in zijn been, “Ik heb geen idee waarom je me pijn wilt doen, maar dat… stopt… nu.” Hij kan nog net de deurpost grijpen, voordat hij door zijn been zakt. Hij kijkt om zich heen en hinkelt naar een bezem die aan de andere kant van de keuken tegen de muur staat. Hij probeert Bebbie niet uit het oog te verliezen, waardoor hij niet in de gaten heeft dat Lisa in de woonkamer naar hem staat te kijken.

Steunend op de bezem, strompelt Peter de tuin in. Hij volgt de pop, die naar de schuur loopt en met een handgebaar de deur opent. Voordat Peter zelf de schuur heeft bereikt, verschijnt Bebbie weer in de deuropening met een bijl in haar handen.
“Papa krijgt nog meer straf.” De pop kijkt hem met een uitdagende, valse blik aan.
“Ik dacht het niet.” Peter strompelt verder, steunend op de bezem, “laat mij en mijn dochter met rust!”
Bebbie tilt de bijl de lucht in en loopt zo snel als haar plastic benen kunnen, richting Peter. Het bijlblad snijdt dwars door de bezem, waardoor Peter zijn evenwicht verliest en in het zwembad valt. Zo snel hij kan, krabbelt hij op, dit keer steun zoekend bij de tuinstoel waarin hij eerder nog zat. Bebbie loopt op hem af, de bijl in het rond zwaaiend. “Leuk spelletje, papa?”
Peter schudt zijn hoofd. “Stop hiermee. Wat heb ik je misdaan?”
Bebbie stopt en laat de bijl zakken. “Papa zat op mama met een mes.”
“Dat was een droom. En dat is mooi, want dan droom ik dit ook en hoef ik alleen maar wakker te worden.”

“Nee, papa. Geen droom.”
Peter schrikt als hij achter zich de stem van zijn dochter hoort, die langzaam op hem af loopt. Ze heft haar hand omhoog en Bebbie springt op, de bijl weer rond zwaaiend. Peter kan zich net op tijd laten vallen en voelt de bijl vlak over zijn hoofd zweven.
“Lisa, wat doe je hier, meisje?”
“Papa is stout,” zegt ze.
“Nee, lieverd. Dat is niet zo. Ik hou van je.”
“Papa speelde met een mes. Papa is stout.”
Vanuit zijn ooghoek ziet Peter de pop weer naderen. Hij draait zich om en weet de bijl af te pakken. Dit keer is Peter degene die ermee zwaait, waardoor de pop zijn grip verliest en tegen de muur van de schuur vliegt.
Peter kruipt naar de pop, die na een handgebaar van Lisa weer rechtop staat en op hem af stapt. Bebbie probeert de bijl uit Peters hand te trekken, maar Peter is sneller en grijpt de pop vast. Hij drukt het poppenlichaam op het gras en half liggend weet hij uit te halen met de bijl.
“Nee, papa! Niet doen!” roept Lisa.
Peter negeert het. Half liggend haalt hij meerdere keren achter elkaar uit met de bijl. Al wat hij voor zich ziet is hoe de pop kapot wordt gemaakt.

Een ruk aan zijn schouder brengt hem terug in het hier en nu.
“Wat doe je in godsnaam?”
Peter draait zich om en ziet Iris, die hem vol ontzetting aankijkt.
“Ik kan het uitleggen, lieverd. Die pop, Bebbie, probeerde me te vermoorden. Een paar jaar geleden had ik een droom en die pop… Lisa deed ook zo gek… waar is Lisa? Is ze binnen? Heeft ze gezien wat ik deed met Beppie, of Bebbie?”
“Die pop heet Baby. Wat heb je gedaan?” brengt Iris uit, voordat ze huilend naast hem in het gras valt. Peter legt de bijl neer en richt zijn blik op Bebbie, maar de pop ligt niet in het gras. In plaats daarvan kijkt Peter in de ogen van zijn verminkte dochter, waarin de angst van haar laatste momenten voor eeuwig is bevroren.

Een half jaar later staart Peter vanaf een houten stoel naar de betonnen muur van zijn cel. Een cipier opent de deur en gebaart hem mee te komen. Zwijgend volgt Peter hem tot in een kamertje waarin een tafel staat met daarop een geopende doos. “Er is een pakket voor je. Je mag de inhoud bekijken en daarna slaan wij het wel voor je op.”
Peter slaat een hand voor zijn mond als hij ziet wat er in de doos ligt. Twee ogen staren terug en een mechanische stem zegt: “Papa! Heb je mij gemist?”

Mobiele versie afsluiten